De stichting Hester zet zich in voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen in (vooral) de Mexicaanse stad Ciudad Juárez, waar in 1998 Hester van Nierop werd vermoord. Ze steunt daarbij o.a. het werk van de plaatselijke organisatie Casa Amiga.
Oprichting
Vrouwenmoorden in Mexico
Al jarenlang worden in de Mexicaanse grensstad Ciudad Juárez honderden vrouwen verkracht en vermoord. Oorzaken van deze vrijwel dagelijks terugkerende schokkende gebeurtenissen zijn o.a. dat deze stad de grootste doorvoerhaven van drugs naar de VS is en dat veel vrouwen uit het hele land er naar toe komen om te werken in de assemblagefabrieken. Zij zijn een gemakkelijke prooi in deze stad waar de corruptie welig tiert. Het Latijns-Amerikaanse machismo versterkt deze oorzaken.
In september 1998 werd de Nederlandse Hester van Nierop (28), die via Mexico op weg was naar de VS om daar een stageplaats te zoeken, dood aangetroffen in haar hotelkamer in Ciudad Juárez. Ze bleek te zijn verkracht en vermoord. De ouders van Hester, Arsène en Roeland van Nierop, brengen de moorden op hun dochter en de vele Mexicaanse vrouwen onder de aandacht bij Amnesty en binden de strijd aan met de lokale politie en justitie.
In 2005 richt Arsène de stichting Hester op met het doel om vanuit Nederland het vrouwenopvanghuis Casa Amiga te steunen. Casa Amiga steunt slachtoffers van geweld met medische, psychische, juridische en maatschappelijke hulp. Bovendien geeft Casa Amiga preventief voorlichting hoe geweld te voorkomen. Ook houdt Casa Amiga al jaren de statistieken bij over het aantal vrouwenmoorden en verdwijningen.
De overheid schiet ernstig tekort door een falend rechtssysteem. Daders worden niet of nauwelijks gevonden of veroordeeld. De politie beschermt slechts de rijken en laat de armen aan hun lot over. Onderzoeken naar vermeende moordenaars vinden nauwelijks plaats. De straffeloosheid is enorm.
In 2008, tien jaar na de dood van Hester, besluit Arsène een boek te schrijven over haar ervaringen:
Noodkreet uit Juárez
Een moeder over de moord op haar dochter in Mexico
ISBN 978-90-472-0076-5
Ridderorde voor Arsène van Nierop
Arsène's gedreven inzet via de stichting Hester is niet onopgemerkt gebleven. Op 29 april 2009 werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zij kreeg het lintje opgespeld door burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag, tevens lid van het comité van aanbeveling van de stichting Hester.
Wat doet stichting Hester
Het grootste deel van de door stichting Hester opgebrachte middelen gaat naar Casa Amiga voor concrete hulp ter plaatse. In Nederland brengt de stichting Hester de problematiek onder de aandacht via pers, radio en TV. Arsène geeft lezingen door het hele land over de noodtoestand in Ciudad Juárez en ze helpt mee de feminicide op de agenda in Brussel (EU) te zetten. Na de verschijning van haar boek “Noodkreet uit Juárez” in 2008 lukt het Arsène via de toenmalige minister van buitenlandse zaken de zaak Hester onder de aandacht te brengen van de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (IACHR). Arsène gaat door, met steun van Buitenlandse Zaken, Amnesty en IACHR. Voor de financiële middelen is de stichting Hester grotendeels afhankelijk van donaties.
Tien jaar na Hesters dood
door Arsène van Nierop
In september 2007 begonnen wij ons te realiseren dat het een jaar later, in september 2008, tien jaar geleden zou zijn dat Hester op zo’n zinloze manier uit ons leven was gerukt. Een datum die je niet ongemerkt voorbij kon laten gaan. Tien jaar geleden en als de dag van gisteren. Langzaam maar zeker ontstond het besluit om deze afgelopen tien jaar in een boek te vervatten. Een boek voor Hester, een boek om Hester op een waardige manier te gedenken. Hester was slachtoffer van zinloos geweld. Dat blijkt soms te gebeuren. Nooit sta je erbij stil dat dat in je eigen gezin kan plaatsvinden. Tot op het moment dat de bel gaat en de politie met deze mededeling komt.
Zinloos geweld. Dat komt dus voor, ook in eigen kring. Er gaan jaren overheen voor je dan weer verder kan. In die tijd werd ons duidelijk dat Hesters moord niet op zichzelf stond. Hester was één van de honderden vrouwen die in Mexico, Ciudad Juárez omgebracht waren; van daders geen enkel spoor.
Ook merkten we dat de moord op Hester niet werd opgelost. We merkten dat de politie daar anders reageert dan hier in Nederland. We gingen er lange tijd van uit dat er bij het oplossen van misdrijven weinig verschil in benadering zou zijn. Mexico is toch een beschaafd land? Vóór de dood van Hester waren we er geweest… politie genoeg.
Maar dan, nadat Amnesty aan de bel had getrokken over de rechteloosheid in Juárez, praatten we in 2004 zelf met de politie daar. De agent die Hester gevonden had, gaf gewoon toe dat er jaren niets aan het onderzoek gedaan was. Het onderzoek lag stil, niemand maakte zich druk over het vinden van een dader. Dat is het moment geweest dat we op een akelige manier wakker geschud werden. We stuitten op de onverschilligheid van de Mexicaanse overheid. We maakten eveneens kennis met de grenzeloze armoede en machteloosheid waarin de met geweld bedreigde vrouwen in Ciudad Juárez verkeerden.
Het immense probleem van die grensstad: de grootste doorvoerhaven van drugs, de criminaliteit en corruptie, de maquilladores, de bevolkingsgroei. Dat samengevoegd met het machismo zorgde voor de feminicide - de vrouwenmoorden in Juárez.
Deze rechteloosheid deed me besluiten om de stichting Hester op te richten. Niet dat ik de illusie had iets tegen die criminaliteit te kunnen doen, maar ik kon wel die vrouwen helpen. Zorgen dat ze weer beter in hun vel zouden komen te zitten. Misschien zouden ze dan uiteindelijk zo sterk worden dat ze zelf het onrecht konden bevechten. Dat moesten we zien te bereiken.
En we hebben al veel bereikt. Met de tiende verjaardag van Hesters dood in zicht ontstond het idee er om er een boek over te schrijven. De ultieme manier om ruchtbaarheid te geven aan het enorme probleem van de rechteloosheid. Het idee was geboren en met een niet te stuiten wil begon ik te schrijven. Dat was in februari 2008… eind mei was ik klaar. Mijn boodschap, een ode aan Hester stond op papier.
Hester… spontaan, open, vriendelijk, betrokken, gevoelig, warm, met een groot gevoel voor rechtvaardigheid, springerig, actief, een twijfelaar maar ondernemend, en een sloddervos en chaotisch. Beschrijf ik haar zo voldoende? Hoe zou ik haar verder kunnen omschrijven? Ze was mijn kind, mijn eerste en daardoor bijzonder, zoals ik mijn jongste kind bijzonder vind, maar op een andere manier.
En daar staat ze dan, bij haar afstuderen. Ze gaat vertellen over de Versteende Tuinen die ze heeft ontworpen voor het Amsterdamse Oosterdok. Hester begint haar verhaal maar raakt na twee zinnen de draad kwijt. Iedereen kijkt gespannen toe. Kom Hes, je kunt het – ik sterf duizend doden… Dan drukt ze haar duimen en wijsvingers op elkaar, komt even tot zichzelf en begint overnieuw. Sprankelend, iedereen is enthousiast en klapt! Haar mentor stelt nog een aantal kritische vragen en dan is ze erdoor. Wat zijn we trots op haar! Klein maar dapper, dat is ze altijd al geweest. Voorbeelden te over…
We zijn tien jaar verder. De herinneringen zijn zo helder alsof alles gisteren nog gebeurde. Maar ze zijn wel uitgekristalliseerd, versteend. Ik heb er nog duizend, zeker, maar er komt er nooit meer een bij.
Die sprankelende Hester moeten we allemaal missen.
(fragment uit Noodkreet uit Juárez)
Zoals gezegd was het mijn opzet het grotere achterliggende probleem aan de kaak te stellen. Wat was ik daarom blij en erkentelijk met het aanbod van tweede kamervoorzitter Gerdi Verbeet om op 29 september 2008 officieel mijn eerste boek in ontvangst te willen nemen!
Een tweede compliment was het aanbod van Eduard Nazarski, de directeur van Amnesty Nederland, om bij die gelegenheid een toespraak te houden. Steun vanuit de Nederlandse politiek èn Amnesty International… wat een prachtig resultaat!
Amnesty voelde als een oudere broer, een steun in de rug, waardoor ik mijn verhaal durfde te vertellen door de jaren heen.
Gerdi was vanaf het prille begin nauw betrokken bij de stichting Hester. Ze voerde het woord bij de oprichting en door de jaren heen bleef ze de stichting Hester een warm hart toedragen. Niet een nietszeggende verplichting, zoals door sommigen werd gesuggereerd, Gerdi deed dit vanuit haar hart. Ik ben dan ook heel erg blij dat zij, zelfs nu ze voorzitter van de Tweede Kamer is, aandacht heeft, politieke aandacht voor zo’n belangrijke zaak, waarbij de moord op Hester het leed van de vrouwen uit Ciudad Juárez voor het voetlicht brengt.
Misschien kunnen we de wereld toch een klein beetje verbeteren…